Menu
Gelukkig merken we de laatste jaren een toename van dieren
die weer terugkeren naar het gebied, waar ze vroeger ook aanwezig waren
De vogelpopulatie in Nederland gaat al jaren in een alarmerend tempo achteruit. Intensieve landbouw en het behoud van biodiversiteit gaan moeilijk samen. Vooral weidevogels hebben het zwaar te verduren, zoals de: grutto, kievit, wulp, tureluur en scholekster, maar ook de patrijs, graspieper, gele kwikstaart en de veldleeuwerik hebben het moeilijk. Zelfs als toegewijde boeren ervoor kiezen om het maaien in het voorjaar uit te stellen om nesten te redden, blijkt het in de praktijk lastig om voldoende tijd, rust en ruimte te bieden aan deze bedreigde soorten. Vossen en kraaien hebben per slot van rekening altijd een oogje op hun eieren en kuikens. Weidevogelkuikens kunnen meestal alleen overleven door een veilig toevluchtsoord te vinden op land dat niet voor productieve doeleinden wordt gebruikt. Denk aan sloot- en akkerranden, waar nog natuurlijke vegetaties en insecten te vinden zijn.
Op verzoek van de “Weidevogelvereniging Hof van Twente” is er in 2018 besloten om een plas-drasgebied aan te leggen. In 2019 is er vervolgens gestart met de aanleg van een uitgestrekt gebied, ter grootte van 5 hectare. Om het gebied goed te laten herstellen, is er vervolgens 10 hectare grasland aangelegd met bloemen- en kruidenmengsels en 2 hectare zwart bouwland, voor de beschermde kieviet. In het voorjaar wordt het geheel bemest met ruige stalmest, wat wormen en insecten aantrekt die essentieel zijn voor het welzijn van de vogels.
Gelukkig merken we de laatste jaren een toename van dieren die weer terugkeren naar het gebied, waar ze vroeger ook aanwezig waren. Hieronder treft u een overzicht aan van de waargenomen dieren op de landeren van “De Parel van Twente”:
Eén van de grootste populaties boomkikkers bevond zich vroeger in het “Twentse Reggedal”. Helaas is hun leefgebied na de Tweede Wereldoorlog drastisch verdwenen, o.a. door het verdwijnen van poelen en laaggelegen gebieden, als gevolg van de kanalisatie. Sinds de late jaren zestig zijn er geen boomkikkers meer waargenomen in het “Twents Reggedal”. Tot achter in de jaren negentig was de populatie boomkikkers in Nederland beperkt en werden ze zelfs met uitsterven bedreigd. Er zijn inmiddels verschillende initiatieven opgestart om een terugkeer van de boomkikker te stimuleren.
Een jonge kievit heeft tussen de 800 en 5.000 insecten per dag nodig. Deze zitten voornamelijk in bloem- en kruidenrijke graslanden die niet gemaaid worden. Het eerste jaar na de herinrichting werden er al drie kievitsnesten ontdekt met eieren. Helaas zijn deze geplunderd door roofdieren.
Het daaropvolgende jaar hebben we daarom in samenwerking met jagers in de buurt jacht gemaakt op vossen en kraaien. In het voorjaar van 2023 hebben we in totaal 15 jonge kieviten geteld en 8 kievitsnesten aangetroffen. Dit is een teken dat we op de goede weg zijn.
Ook de indrukwekkende patrijs is teruggekeerd in het natuurgebied. De combinatie van verschillende tinten bruin en grijs, samen met zwarte strepen en vlekken, creëert een prachtige camouflage die hen helpt op te gaan in hun omgeving. Deze patronen zijn niet alleen functioneel, maar ook esthetisch aantrekkelijk. Het is fascinerend om de gedetailleerde tekeningen op de veren van een patrijs te zien. Het geeft de vogel een bijzondere uitstraling, die bijdraagt aan zijn charme en schoonheid.
Er zijn koppels fazanten met jongen gespot. Het mooiste aan de fazant is zonder twijfel het kleurrijke- en flamboyante verenkleed van de mannelijke fazant, wat ook wel bekend staat als het “pronkverenkleed”. Dit kleed bestaat uit een prachtige mix van felgekleurde veren in de tinten: glanzend groen, iriserend blauw, diep rood en goud-bruin met geel. Tijdens het broedseizoen gebruiken de mannetjes hun indrukwekkende verenkleed om vrouwtjes aan te trekken. Ze pronken met hun kleuren en creëren imponerende displays, door hun veren op te zetten en hun staartveren uit te spreiden in spectaculaire waaiervormen.
In het jaar 2021 heeft de vogelvereniging een uilenkast opgehangen en met succes! In het eerste jaar is er direct een nest met jonge kerkuilen aangetroffen. Met diepzwarte ogen, een kenmerkende hartvormige gezichtssluier en een verenkleed dat zacht lijkt te glanzen, is de kerkuil een indrukwekkende verschijning. Zijn elegante vleugels zorgen voor stille vluchten door de nacht, waarmee hij succesvol is in de jacht.
In dit landelijke gebied wordt de IJsvogel steeds vaker gespot. Deze waarneming is eigenlijk best bijzonder, aangezien de IJsvogel normaal gesproken erg schuw is en zich zelden laat zien. Deze “blauwe flits” heeft een snelle, rechte vlucht, vlak boven het wateroppervlak en kan snelheden bereiken tot wel 80 km/h! Met zijn opvallende blauwe- en oranje tinten is deze vogel één van de meest kleurrijke verschijningen in de natuur. Hij jaagt regelmatig op visjes, vanaf een laaghangende tak boven het water, waarbij hij zijn Engelse naam “Kingfisher” eer aan doet.
De IJsvogel is zonder twijfel een pracht van een vogel!
De weidebeekjuffer, een libellensoort, heeft verrassend veel weg van een vlinder. In plaats van vliegen, fladdert ze sierlijk langs de oevers. Met een grootte van ongeveer 4,5 tot 5 cm, zie je ze vooral van mei tot begin augustus, bij rustig stromende wateren. De mannetjes hebben een glinsterend blauw lichaam, terwijl de vrouwtjes meer groenachtig van kleur zijn.
We zijn blij dat de weidebeekjuffer weer rondfladdert in ons gebied.
In samenwerking met de “Stichting weidevogels Hof van Twente” is er in de zomer van 2021 een telling gedaan waarbij er meer dan 51 vogels zijn gespot, waaronder: