Voor het restauratieproces gingen de gebroeders Roetgering op zoek naar deskundige adviseurs. Via “Stichting Twentse Erven” kwam Maurice in contact met Philip Heitkamp van “Buro Anno 1998”, een gespecialiseerd bouwkundig adviesbureau dat onder andere bekendstaat om de zorgvuldige restauraties van historische- en monumentale panden. Als eerste actie is er besloten om de cultuurhistorie van buurtschap Elsenerbroek en de boerderij op “Erve Senkeldam” grondig te onderzoeken. In een gedetailleerd rapport, verrijkt met historische foto’s van de prachtige boerderijen die in dit gebied aanwezig waren, is er nauwkeurig beschreven welke elementen van waarde waren op deze unieke boerderijlocatie. “Je wilt immers niet dat er waardevolle cultuurhistorische onderdelen verloren gaan tijdens een restauratie.”
– Philip Heitkamp
Philip heeft de bouwkundige begeleiding van het project verzorgd. “Het betrof een statig voorhuis met verschillende bedrijfsgebouwen. Het was mijn taak om de geschiedenis van de boerderijen die hier in het verleden hebben gestaan in kaart te brengen en een gedegen restauratieplan op te stellen. Gelukkig hebben we een foto uit de jaren ’60 tot onze beschikking, waarop de oorspronkelijke staat van de boerderij te zien is. Dit is precies hoe we de boerderij graag willen restaureren. Deze boerderij kent een rijke bouwhistorie. In 1725 had de boerderij bijvoorbeeld nog geen voorhuis. Destijds bestond alleen het achterste deel met een schuin afgesneden dak, een zogenaamd wolfseind,” vertelt Philip.
Maurice voegt toe: “Het is ons doel om de boerderij terug te brengen naar de stijl van de oude Twentse erven. We willen dat de boerderij zijn authentieke uitstraling behoudt, maar wel met moderne mogelijkheden die voldoen aan deze tijd.”
“Na gedegen onderzoek is de bouwkundige staat van de gebouwen in kaart gebracht. Op het erf bevonden zich bij de vervallen boerderij diverse bijgebouwen, waaronder een kookhuis, een vervallen dwarsritschuur, een kapberg en een kantinegebouw uit de jaren zeventig. Met name de boerderij en de dwarsritschuur verkeerden in een zeer slechte staat. In 2018 is er daarom een restauratieplan opgesteld, voor het noodzakelijke constructieve herstel van de boerderij. Hoewel de gevels destijds nog voor tachtig procent overeind stonden, zou de boerderij bij een nieuwe storm volledig verloren gaan,” vertelt Maurice.
Tot overmaat van ramp viel in 2019, op een stormachtige dag, één van de leilindes dwars door de voorgevel van de vervallen boerderij. Daarna zijn alle gebouwen direct zorgvuldig gedocumenteerd en ingemeten. Voor het achterhalen van de oorspronkelijke profilering en detaillering werden er monsters van de ondeugdelijke onderdelen bewaard. Deze monsters dienden om de kenmerken te onderzoeken en te begrijpen. Door gebruik te maken van oude-, nog aanwezige bakstenen en bijpassende oude stenen, zijn we in 2019 gestart met het noodzakelijke constructieve herstel, van de gevels van het voorhuis.
Het metselwerk van de gevels heeft in de loop der jaren flink geleden onder de weersinvloeden. Door alle losliggende stenen weer in verband op te metselen, kreeg het voorhuis weer stabiliteit en werd er een goede basis gelegd voor verdere restauratie.
“Het voorhuis ziet er nu weer prachtig uit. Toen we begonnen, was alles verrot! De moed zakte ons wel eens in de schoenen. Een groep jonge restaurateurs, die in opleiding waren bij het Ribo (vakcentrum opleiding restauratie), ging aan de slag om alle oude bloempot wandtegeltjes los te bikken, zodat ze later weer gebruikt konden worden bij de opbouw van de voorkamer.
De jongeren leerden het vakmanschap, de fijne kneepjes en de materiaalkennis die nodig waren voor de restauratie. Bij restauratie moet je gebruik maken van authentieke materialen, die dezelfde hardheid hebben als het bestaande werk. Metselmortel en voegsterkte zijn daarin essentieel.
De boerderij is door de jaren heen veranderd en aangepast, wat we in ons werk wel vaker zien. Nu kreeg hij aan de buitenkant een authentieke uitstraling, vergelijkbaar met de jaren ’60, waarbij de karakteristieke elementen aan de binnenkant behouden bleven. Denk aan de tegeltjes en de deuren waar de nostalgische raampjes nog in zaten. De oude paneeldeuren werden gerestaureerd door de jongeren die het restauratievak wilden leren,” vertelt Philip.
Uiteindelijk werden de gevels weer in het oorspronkelijke kruisverband opgemetseld, zoals het van oudsher ook was. Kruisverband betekent één laag strekken en één laag koppen. Het betrof hier een steensmuur. De vensterbanken van Bentheimer zandsteen werden met de hand gemaakt in Nordhorn en wie naar de deuren en ramen keek, zag boven de togen een hanenkam. Het dak van de boerderij was deels met riet gedekt en deels met pannen. Want daar waar de koeien ooit stonden, daar lagen pannen op het dak. Dit gaf status “hij is onder de pannen”.
De opkamer is een kenmerkende ruimte in historische boerderijen die zich doorgaans bevond boven de andere kamers. Het fungeerde vaak als een kleine keuken of kamer. Met een kelder eronder speelde deze kamer een centrale rol in het leven van boerengezinnen. De opkamer was vaak smaakvol ingericht met verfijnde decoraties, zoals een verzameling van zilvertinnen voorwerpen, trotse familieportretten en opvallende koekplanken. Dit creëerde een warme en persoonlijke sfeer in de ruimte. Het bood de boer of boerin tevens een plek om even te ontspannen te midden van het harde werk op de boerderij.
Ook op de boerderij van “de Parel van Twente” bevond zich een knusse opkamer. Aan de buitenzijde van het voorhuis is dit nog goed te zien aan de verhoogde raampartijen.
Bij de restauratie van de boerderij is de kleine opkamer volledig gerenoveerd. De charmante tegeltjesvloer, het hoekvormige aanrecht en de royale kast zijn opnieuw geplaatst en voorzien van nostalgische kleuren, die passen bij de tijd van weleer.
Een ander kenmerkend onderdeel aan boerderijen in deze omgeving zijn de uilenborden. Deze decoratieve borden gaven de boerderijen een prachtige uitstraling, terwijl de driehoekvormige eindschotten een ingang boden voor kerk- en steenuilen. Hierdoor werd de zolder vrijgehouden van muizen. In het buurtschap Elsenerbroek hadden boerderijen vaak uilenborden met daarboven een gevelteken. Bij dit gevelteken is gekozen voor het Twentse Ros met een hartje.
De linnenkasten waren echte blikvangers in een kamer. De boerin bewaarde hier al het benodigde linnen in, van wieg tot dood, meestal keurig opgevouwen in fraaie rollen en in sommige gevallen met een roos- of vlindermotief. Bovenop de kast stonden vaak delfts blauwe vazen te pronken. Hoe meer linnen je bezat, hoe welvarender de familie. Als de bruid met de bruidegom ging trouwen, kreeg men het linnen mee als bruidsschat. Maar waarom waren deze kasten nu zo belangrijk?
Voor de restauratie van de monumentale boerderij zijn er verschillende werkzaamheden uitgevoerd. Hieronder treft u een overzicht aan om een indruk te geven: